Kernteams pabo schrijven startnotitie voor herijking kennisbases
De kernteams pabo zijn druk met het schrijven van de startnotitie voor de herijking van de kennisbases pabo. Wat is het plan en wie zijn er bij betrokken? Voorzitter kernteam Taal, Rutger Smabers, en voorzitter kernteam rekenen en wiskunde, Michiel Veldhuis, aan het woord!
Rutger Smabers,
voorzitter kernteam Nederlands
Opleidingsdocent/ docent taaldidactiek,
HAN University of Applied Sciences
Michiel Veldhuis,
voorzitter kernteam rekenen en wiskunde
Associate lector rekenen en wiskunde,
Hogeschool iPabo
Startnotitie
Rutger: ‘Op 4 april startten we met het kernteam Taal, een door 10voordeleraar geselecteerde enthousiaste groep van zes instituutsopleiders van verschillende pabo’s, aan het schrijven van de startnotitie. Het eerste product op weg naar de herijking van de kennisbasis Taal. In deze startnotitie onderbouwen we waarom de kennisbasis die er nu ligt, moet worden herijkt.’
Michiel: ‘In het kernteam rekenen en wiskunde hebben we ons na een eerste kennismaking meteen gericht op het opstellen van een gefundeerde startnotitie. Hierin beschrijven we de huidige situatie en positie van rekenen en wiskunde op de lerarenopleiding basisonderwijs én in het basisonderwijs. De problemen waar de herijking van de kennisbasis idealiter een oplossing voor zou bieden. Dat alles verbonden aan ontwikkelingen in de maatschappij en het onderwijs. Gelukkig begonnen we niet met een volledig schone lei. We kunnen voortborduren op de documenten die SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling, red.) al voor de conceptkerndoelen had opgeleverd en de uitgangspunten van de Vereniging Hogescholen voor deze herijking. Desalniettemin vraagt het opstellen van zo'n startnotitie de nodige overleggen en verdieping in de achterliggende materie.’
De noodzaak om te herzien
Rutger: ‘Het is mooi om te zien hoe ieder zijn eigen perspectief en achtergrond meeneemt in dit proces. Het resulteert in goede inhoudelijke gesprekken over de noodzaak om de kennisbasis te herzien. Gesprekken over bijvoorbeeld de leeftijdspecialisatie en op welke wijze in de kennisbasis aandacht moet of kan zijn voor het initiële en post-initiële curriculum. Al discussiërend en schrijvend aan de startnotitie leren we elkaar zo steeds beter kennen.
Schoolopleiders en SLO
Rutger: ‘In de tweede bijeenkomst sloten ook de schoolopleiders aan. Erg fijn dat zij direct feedback gaven en hun ervaring en kennis uit de praktijk konden inbrengen. Bovendien hebben we online Joanneke Prenger van SLO om advies gevraagd op een aantal onderwerpen. Ook werd duidelijk dat het uitgezette tijdpad wat optimistisch was opgesteld en besloten we om een extra bijeenkomst in te plannen.’
Michiel: ‘In de eerste bijeenkomst hebben we ons vooral gericht op verkennen wat ons te doen stond en daar de lijnen voor uitgezet. Daarna hebben wij ons in de tweede bijeenkomst, toen we op volle sterkte waren, over de invulling van de startnotitie gebogen. Dit hebben we gezamenlijk opgepakt met de lerarenopleiders - dat wil zeggen de instituutsopleiders -, collega's uit de praktijk oftewel de schoolopleiders, en met het deskundig advies van curriculumexpert Marc van Zanten van SLO.’
Advieskring
Rutger: ‘De werkdruk ligt hoog, want de conceptstartnotitie moet half juni al voorgelegd kunnen worden aan de advieskring voor feedback. Op dit moment zijn we druk met het verwerken van alle input uit de laatste bijeenkomst en delen we dit ruwe concept met een expert op handschriftontwikkeling.‘
Michiel: ’Door de uitbreiding van het kernteam konden we goed in koppels doorwerken, zodat begin juni een eerste versie van de startnotitie rekenen en wiskunde naar de advieskring wordt gestuurd. Met hun adviezen kunnen we de komende maanden dan verder werken richting het opstellen van de karakteristiek van het leergebied rekenen en wiskunde. Uiteindelijk zal dit uitmonden in een raamwerk voor de onderdelen van de herijkte kennisbasis.’
Opleidingsberaad
Rutger: ‘Na de zomer verwerken we de feedback en kan het voor advies naar het opleidingsberaad. Al met al hebben we een vliegende start gemaakt in een open ingericht proces. Het is nog zoeken naar het juiste ritme, maar inhoudelijk worden er in ieder geval de juiste gesprekken gevoerd. We kijken dan ook uit naar de adviezen en de feedback van de advieskring.’