‘Iedereen is overtuigd van de meerwaarde van een gezamenlijke structuur en gezamenlijke terminologie in de kennisbases talen’

De lerarenopleidingen zijn gestart met het herijken van de kennisbases. De tweedegraadslerarenopleidingen talen willen hierbij meer gaan samenwerken. Drie experts zijn gevraagd om concrete voorstellen te doen voor harmonisering van indeling en definiëring van begrippen. Alle drie hebben ze een hart voor taal. Ze maken zich hard voor taal en taaldidactische vraagstukken in onderwijs en opleiding. Nu zijn ze betrokken bij de herijking van de kennisbases van de talen. Waarom is harmonisering van de kennisbases zo belangrijk? Hoe hebben ze de opdracht opgepakt? En wat zijn hun tips voor de uitwerking? We vragen het aan Rick, Catherine en Linda.

Catherine van Beuningen
Hoofddocent Talenonderwijs en Meertaligheid aan de lerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam
Senior onderzoeker in het Centre of Expertise Urban Education en het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam

Linda Gijsen

Senior onderzoeker in het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs van de Hogeschool Utrecht
Hoofddocent Engels en Duits aan de lerarenopleiding van Fontys Hogescholen Tilburg

Rick de Graaff

Lector in het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs van de Hogeschool Utrecht
Hoogleraar Didactiek van het vreemdetalenonderwijs, verbonden aan de  Graduate School of Teaching, lerarenopleiding van de Universiteit Utrecht.

 

Hoe hebben jullie deze opdracht opgepakt?

‘We zijn begonnen met een domeinverkenning: wat staat er uitgewerkt in de huidige kennisbases van alle talen? Het gaat hier om de kennisbases van de tweedegraadslerarenopleidingen Nederlands, Fries, Engels, Frans, Duits en Spaans. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er in structuur en inhoud? Hoe verhouden de huidige kennisbases zich tot actuele en toekomstige ontwikkelingen rondom het talenonderwijs, zoals de opbrengsten van Curriculum.nu en de vakvernieuwingscommissies?’

Wat waren jullie bevindingen?

‘Onze kernopdracht was om het domein Vakdidactiek te herzien en af te stemmen, maar al gauw merkten we dat dit niet kon zonder de andere domeinen te betrekken. Om vakdidactische aanbevelingen te kunnen doen op de terreinen meertaligheid, interculturaliteit, burgerschap, literatuur, kritisch denken en taalbewustzijn, is het nodig om ook die concepten zelf - als onderdeel van de andere domeinen - onder de loep te nemen. Wat verstaan we eronder? Hoe verwoorden we dat? Welke plek hebben ze in de huidige en toekomstige onderwijspraktijk? Welke aandacht hebben ze daarom nodig in de vakdidactiek? En wat betekent dit voor de eigen kennis en vaardigheden van docenten in opleiding?’

‘Als we samenwerking tussen vakken in de schoolpraktijk willen bevorderen, moet dat in de lerarenopleidingen ook vanzelfsprekend zijn.’

Waar werken jullie naartoe?

‘We trekken met z’n drieën gezamenlijk op. Ons doel is juist om tot een gezamenlijke onderlegger te komen voor het hele talendomein, dat tegelijkertijd recht kan doen aan specifieke kenmerken van de verschillende schooltalen.’

Waarom is harmonisering van indeling en begrippen nodig?

‘We leiden tweedegraadsdocenten op voor de onderbouw vo en het beroepsonderwijs. Tussen de vreemde talen onderling komen die onderwijspraktijken waarvoor we opleiden inhoudelijk en vakdidactisch sterk overeen. Ook met Nederlands en Fries zijn de mogelijkheden voor samenhang en afstemming groot. Toch is er op veel scholen en lerarenopleidingen onvoldoende expliciete aandacht voor die samenhang en afstemming. Dat kan allerlei oorzaken hebben, maar het feit dat we niet dezelfde ‘opleidingstaal’ spreken, draagt daar zeker niet aan bij.’

‘Op veel scholen en lerarenopleidingen is er onvoldoende expliciete aandacht voor inhoudelijke en vakdidactische samenhang en afstemming.’

Hoe kunnen de kennisbases hier een rol in spelen?

‘De huidige versies van de kennisbases zijn ontwikkeld door de landelijke vakoverleggen afzonderlijk, met weinig onderlinge afstemming over uitgangspunten, structuur en terminologie. Daardoor zijn die een eigen leven gaan leiden, met onnodige verschillen op uitwerkingsniveau. Dat is lastig voor lerarenopleidingen die de opleidingsprogramma’s tussen de talen beter op elkaar proberen af te stemmen of soms zelfs samen te voegen. Dat geldt zeker voor het vakdidactische programma, maar deels ook voor de andere domeinen. Dit is des te belangrijker nu in het kader van de landelijke vakvernieuwing nieuwe domeinen als Taalbewustzijn en Cultuurbewustzijn een uitwerking gaan krijgen in de onderwijspraktijk. Dat maakt het essentieel dat we in de lerarenopleidingen deze domeinen ook vanuit een gezamenlijk kader benaderen. Juist om overladenheid en versnippering in de onderwijspraktijk te voorkomen.’

Waar zien jullie met name verschillen in de huidige kennisbases?

‘De huidige kennisbases zijn op hoofddomeinniveau vergelijkbaar, zij het dat die hoofddomeinen soms verschillende benamingen dragen. Zeker tussen de vreemde talen is de vergelijkbaarheid groot, maar voor een flink deel ook met Nederlands en Fries. Op het niveau daaronder vliegen de indelingen en termen vaak alle kanten uit. Waarom benoemt de ene kennisbasis interculturele competentie, beroepstaalvaardigheid of jeugdliteratuur wel en de andere niet, of zet deze op een andere plek? Wordt er dan echt iets anders bedoeld, of is dit vooral een kwestie van toeval?’

Hoe ervaren jullie het proces tot nu toe?

‘Het is een hele uitdaging om de kern van alle kennisbases te behouden en tegelijkertijd niet bang te zijn om met voorstellen te komen die tornen aan de huidige indelingen en benamingen. We stemmen maandelijks af met 10voordeleraar en de voorzitters van de landelijke vakoverleggen onder leiding van de clustervoorzitter van het Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen. Dit afstemmingsoverleg is heel constructief: iedereen is overtuigd van de meerwaarde van een gezamenlijke structuur en gezamenlijke terminologie waar dat mogelijk is. Het is goed dat we deze exercitie in een vroeg stadium uitvoeren, voordat de afzonderlijke vakoverleggen aan de slag gaan met hun herijking.’

‘Afgestemde domeinen bieden straks ook mogelijkheden voor peerreview tussen talen onderling.’

Wat zijn jullie tips voor de uitwerking van de herijkte kennisbases?

‘Het is belangrijk dat de landelijke vakoverleggen straks onderling blijven afstemmen bij de invulling en uitwerking, en niet elk afzonderlijk met de gezamenlijke structuur “aan de haal gaan”. Natuurlijk zullen we in de praktijk nog onverwachte beslispunten tegenkomen. Zorg dat je ook die onderling afstemt, denk met elkaar mee, vul elkaar aan. Afgestemde domeinen bieden straks ook mogelijkheden voor peerreview tussen talen onderling. Dat bevordert het leren met en van elkaar, binnen en tussen de lerarenopleidingen.’

Wat is voor jullie de meerwaarde van een goede afstemming en harmonisering van de kennisbases tussen de talen?

‘Wij werken veel samen met lerarenopleiders, stagebegeleiders en docententeams. We merken dat veel uitdagingen overeenkomen tussen de talen, maar dat die vergelijkbare behoeften en vraagstukken niet altijd als zodanig worden herkend. Met een meer gezamenlijke kennisbasis kunnen we beter samen optrekken. Dat is nog meer van belang bij de verwachte curriculumvernieuwingen in de onderwijspraktijk de komende jaren. Ook voor de clusters exact, gamma en beroepsgericht is het heel zinvol om te starten vanuit gezamenlijke uitgangspunten. In ieder geval om op hoofddomeinniveau af te stemmen. Als we samenwerking tussen vakken in de schoolpraktijk willen bevorderen, moet dat in de lerarenopleidingen ook vanzelfsprekend zijn.‘