‘Een landelijke kennistoets draagt bij aan de kwaliteit van de lerarenopleiding’

10 jaar landelijke kennistoetsen!

De landelijke kennistoets bestaat 10 jaar! In 2013 werden de eerste landelijke kennistoetsen geïntroduceerd. Een aantal lerarenopleiders maakt al vanaf het begin onderdeel uit van de constructieteams. Hoe kijken deze jubilarissen terug op die 10 jaar? Wat was hun motivatie om onderdeel te worden van het constructieteam? Wat waren de mooie momenten en hoe hebben zij die eerste jaren als pionier beleefd? Wat is er veranderd in die 10 jaar? Een aantal van onze jubilarissen aan het woord! Dit keer Annemiek!

 

Annemiek van Lith, constructieteamlid Gezondheidszorg en Welzijn
Hogeschool van Amsterdam

Bij welke hogeschool werk je en wat is je functie?
‘Ik werk al vele jaren als lerarenopleider Gezondheidszorg en Welzijn, waaronder ruim 10 jaar ook als coördinator bij de Hogeschool van Amsterdam.’

Wat is je rol in het constructieteam en bij welk vak?

‘In het constructieteam ben ik vanaf het begin redacteur geweest. Ik heb met name vragen gemaakt voor de domeinen Voeding en Facilitaire dienst van de kennisbasis van Gezondheidszorg en Welzijn. Soms heb ik ook voor andere domeinen vragen ontwikkeld. Daarnaast heb ik in de loop der tijd vragen gereviewd van bijna alle domeinen die getoetst worden.’

Wat was je motivatie om onderdeel te worden van het constructieteam?

‘Ik heb samen met twee collega’s de eerste kennisbasis van Gezondheidszorg en Welzijn ontwikkeld. De validering was in juli 2009. Ik vond het belangrijk om daarna mijn bijdrage te gaan leveren aan de ontwikkelding van een toetsenbank. Als voorzitter van het landelijk vakoverleg vond ik het belangrijk dat de kwaliteit van de lerarenopleidingen landelijk omhoog zou gaan. Een landelijke toets draagt hier mijns inziens aan bij, omdat we de basale gestolde kennis uit de kennisbasis toetsen die elke afgestudeerde van de lerarenopleiding dient te beheersen. In de eerste jaren werkten er van alle opleidingen in het land afgevaardigden in de redactie. We hebben samen overlegd wat we wel dan niet belangrijke kennis vonden. Dit heeft bij ons bijgedragen aan draagvlak voor zowel de kennisbasis als de kennistoets.’

‘Samen overleggen wat we wel dan niet belangrijke kennis vonden, heeft bij ons bijgedragen aan draagvlak voor zowel de kennisbasis als de kennistoets.’

Hoe heb je de eerste jaren als pionier beleefd in het constructieteam?

‘De eerste jaren waren we heel erg zoekende naar opzet en diepgang van goede vragen voor de landelijke toets. Vragen die ook nog eens ‘duurzaam’ zouden zijn. We werkten in koppels en over elke vraag was overleg voor deze naar de eindredacteur en de overige kwaliteitsmedewerkers ging. Voor een vraag was goedgekeurd, hadden al vele ogen ernaar gekeken. Dat kostte soms veel tijd. Intussen is de redactie meer dan gehalveerd en werken we veel efficiënter. Maar ik heb er ook heel veel van geleerd. Je ziet nu dat we veel betere vragen maken dan in de eerste jaren. Het was dus een heel leerzaam, maar ook boeiend proces.’

‘De toets doet wat hij moet doen: de goede studenten scoren goed, de zwakkere studenten hebben meer moeite om een voldoende te halen.’

Is de landelijke kennistoets een goed borgingsinstrument?

‘Op studentenniveau helpt de kennisbasistoets ons om het eindniveau van de studenten Gezondheidszorg en Welzijn op individueel niveau te borgen voor een groot deel van onze kennisbasis. De toets doet wat hij moet doen. De goede studenten scoren goed, de zwakkere studenten hebben meer moeite om een voldoende te halen. We experimenteren met peerreview. Hiermee wordt wel de kwaliteit van de opleiding in zijn algemeenheid verbeterd, maar we borgen met peerreview mijns inziens nog niet het eindniveau van de individuele student bij afstuderen.’

‘Als ik nu soms vragen zie die ik in de beginfase heb gemaakt, dan denk ik ‘wauw, dat zou ik nu anders doen!’’

Wat zou je graag veranderen of veranderd zien in de komende 10 jaar bij de landelijke kennistoets ?
‘Er zou er een verbeterslag kunnen plaatsvinden. Alle vragen zouden langsgelopen moeten worden op toetstechnische aspecten, taxonomie van Bloom, actualiteit en naamgeving. Als ik nu soms vragen zie die ik in de beginfase heb gemaakt, dan denk ik wauw, dat zou ik nu anders doen! Ik vind het in ieder geval wel belangrijk dat alles wat ontwikkeld is gebruikt blijft worden en ook onderhouden wordt.’

Landelijke kennistoetsen

De lerarenopleidingen zetten binnen het programma 10voordeleraar landelijke kennistoetsen in om het eindniveau van de individuele student te borgen. Voor veertien tweedegraadslerarenopleidingen en twee pabovakken worden deze toetsen afgenomen. Een landelijke kennistoets meet of de student over voldoende kennis uit de betreffende kennisbasis beschikt. Het behalen van de landelijke kennistoets is een voorwaarde om de opleiding af te ronden.

Lerarenopleiders van de verschillende hogescholen ontwikkelen binnen constructieteams gezamenlijk de landelijke kennistoetsen. Samen met externe deskundigen borgen ze de vakinhoudelijke, taaltechnische en toetstechnische kwaliteit. De landelijke kennistoetsen bestaan uit meerkeuzevragen en bij een aantal vakken zijn ook open invulvragen opgenomen.

Lees meer over de landelijke kennistoets.