'Trots op de tweedegraadslerarenopleidingen’
Willem Eikelenboom en Sabine van Eldik zijn jarenlang betrokken geweest bij de tweedegraadslerarenopleidingen. Nu gaan ze beiden wat anders doen. Hoe kijken ze terug op de samenwerking met 10voordeleraar? Wat zijn tot dusver de belangrijkste opbrengsten van de landelijke samenwerking? En welke kansen en uitdagingen zien zij voor de toekomst. Een dubbelinterview met Willem en Sabine.
Willem Eikelenboom heeft met name in zijn rol als voorzitter van het landelijk opleidingsoverleg van de tweedegraadslerarenopleidingen ADEF en voorzitter Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen samengewerkt met 10voordeleraar.
Sabine van Eldik heeft met name in haar rol als secretaris ADEF en lid projectmanagementteam Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen samengewerkt met 10voordeleraar.
Wat is jullie achtergrond?
Willem: ‘Ik ben van oorsprong sociaal geograaf en leraar aardrijkskunde, later geschoold in organizational learning. Ik heb gewerkt bij de provincie bij ruimtelijke vraagstukken, daarna als leraar, opleidingsmanager en directeur bij lerarenopleidingen, maar ook bij andere opleidingen. En heb ook acht jaar gewerkt als organisatieadviseur bij adviesbureau Twynstra Gudde; ook erg leerzaam! Inmiddels maak ik met tussenpozen al zo een twintig jaar onderdeel uit van de tweedegraadslerarenopleidingen.’
Sabine: ‘Na de havo heb ik de versnelde pabo-opleiding gedaan, waarna ik als onderwijsassistent ben gaan werken op de pabo en in deeltijd onderwijskunde gaan studeren. Binnen de faculteit Educatie van de HAN heb ik gewerkt als studieloopbaanbegeleider, ondersteuner, docent pedagogiek & onderwijskunde, onderzoeker en de laatste jaren als beleidsmedewerker onderwijs. Daarnaast heb ik binnen HAN-breed gewerkt als regisseur kwaliteitszorg onderwijs en een jaar als beleidsmedewerker bij de Vereniging Hogescholen in de sector hoger pedagogisch onderwijs. Ik werk achttien jaar in het educatieve domein, waarvan zo een twaalf jaar specifiek bij de tweedegraadslerarenopleidingen.’
‘De ondersteuning die 10voordeleraar biedt is onmisbaar in complexe processen.’
Jullie hebben veel samengewerkt met het programmabureau 10voordeleraar rondom landelijke initiatieven om de kwaliteit van de lerarenopleidingen te borgen. Hoe zien jullie de rol van 10voordeleraar?
Willem: ‘Het programmabureau van 10voordeleraar is een belangrijk professioneel ondersteuningsorgaan voor ADEF en LOBO wat betreft landelijke ontwikkelingen, beheer en herijking kennisbases, peerreview, toetsing en hopelijk op korte termijn landelijke voortgangstoetsen die flexibel en laagdrempelig kunnen worden ingezet en die een toegevoegde waarde hebben in het leren van de student. Ik zie 10voordeleraar in de toekomst als een landelijk ondersteuningsorgaan voor de hbo-lerarenopleidingen.’
Sabine: ‘De ondersteuning die 10voordeleraar biedt is onmisbaar in complexe processen als deze.’
‘ADEF is nodig voor afstemming en om ons samen te positioneren in landelijke issues.’
Jullie hebben beide in het landelijk opleidingsoverleg voor de tweedegraadslerarenopleidingen ADEF gezet. Wat is de rol en meerwaarde van ADEF?
Willem: ‘De meerwaarde is landelijk overleg en afstemming. Zeker ook omdat de tweedegraadslerarenopleidingen intern ook al sterk versnipperd zijn. In tegenstelling tot andere sectoren is er veel landelijke bemoeienis met lerarenopleidingen. Dus goed om af te stemmen, elkaar te informeren en van elkaar te leren. Samen optrekken richting politiek en de landelijke raden, zoals bijvoorbeeld VO-raad en MBO Raad. En om ons samen te positioneren in landelijke issues. In de toekomst zouden wij meer kunnen optrekken met de landelijke opleidingsoverleggen LOBO (pabo’s), KVDO (kunstvakdocentopleidingen), LOVM (vakmasters) en ALO.’
Sabine: ‘Ik ben het hier mee eens: ADEF is een serieuze gesprekspartner voor de verschillende sectorraden en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. We slaan de handen ineen om uitdagingen aan te pakken, we stemmen onderling af en we leren van en met elkaar door uitwisseling. Door gezamenlijk standpunten in te nemen en plannen te maken, staan we sterker.’
‘We kunnen meer optrekken met de andere landelijke opleidingsoverleggen.’
Hoe wordt binnen de tweedegraadslerarenopleidingen de horizontale kwaliteitsborging vormgegeven?
Willem: ‘Binnen de tweedegraadslerarenopleidingen is het Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen in het leven geroepen. Dit orgaan is vanuit ADEF samengesteld om de horizontale kwaliteitsborging te stimuleren, vooral door de professionals met elkaar te laten afstemmen: professional governance. Dit doen we via het stimuleren, faciliteren en aanjagen van peerreview van de landelijke vakoverleggen, en in de herijking van de kennisbases. Elk cluster heeft een voorzitter vanuit ADEF. Ik was de voorzitter van dit overleg met clustervoorzitters. We hebben samen met de landelijke vakoverleggen - waarin de lerarenopleiders van de hogescholen in vertegenwoordigd zijn - in een paar jaar tijd het systeem van peerreview geïmplementeerd bij alle tweedegraadslerarenopleidingen. Als peerreview volwassen is kunnen de taken van het regieorgaan overgaan in ADEF.’
Sabine: ‘Bij de peerreviews zitten de echte experts vanuit het vakgebied aan tafel; de mensen die het in de praktijk doen, zoals onderwijs ontwikkelen en toetsen ontwikkelen. Het is daarmee echt ook een vorm van onderlinge professionalisering.’
‘We moeten constructief kritisch naar elkaar kunnen en durven kijken.’
Hoe kunnen de landelijke vakoverleggen zich verder ontwikkelen?
Willem: ‘Die zijn echt op de goede weg, maar hier en daar kan de constructieve feedback aan elkaar nog wat steviger, zeker wat betreft vakdidactiek, kwaliteitszorg en toetskwaliteit. Het Landelijk Vakoverleg Generiek gaat zich komend jaar middels een pilot richten op peerreview van de afstudeerstage. Dit is enorm belangrijk. De kwaliteit van het geïntegreerd handelen in de praktijk op afstudeerniveau moet onomstotelijk zijn geborgd.’
Sabine: ‘Ik geloof in nog sterkere samenwerking tussen lerarenopleidingen door het uitbouwen van de peerreview, mede als onderdeel van de visitaties bijvoorbeeld. Dat vraagt dat we constructief kritisch naar elkaar moeten kunnen en durven kijken vanuit het uitgangspunt dat we streven naar hoge kwaliteit.‘
‘Het bestuursakkoord maakt dat we op andere niveaus dan ADEF de krachten bundelen.’
Wat betekent het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen voor de tweedegraadslerarenopleidingen?
Willem: ‘Het bestuursakkoord is zeer belangrijk, want het is de aanjager van de noodzakelijke flexibilisering en van de regionalisering. Het eerste is belangrijk vanwege de wens om beter in te spelen op de verschillende doelgroepen en om landelijk afspraken te maken over het werken met leeruitkomsten die flexibilisering mogelijk maakt. Dit is ook handig voor opleidingsscholen die met meerdere lerarenopleidingen samenwerken. Regionalisering is belangrijk, omdat lerarenopleidingen ook met elkaar meer kunnen samenwerken aan de uitdagingen die in de regio leven. Denk aan afstemming van diverse opleidingen, trajecten en cursussen in het kader van een leven lang ontwikkelen.’
Sabine: ‘Mee eens: het is een belangrijke aanjager. Daarbij maakt het bestuursakkoord dat we op concrete niveaus, bijvoorbeeld het gebied van EVC-trajecten, het werken met leeruitkomsten en professionalisering, nog sterker zijn gaan samenwerken. Het bestuursakkoord verbindt en maakt dat we op andere niveaus dan ADEF de krachten bundelen. Betrokken lerarenopleiders uit allerlei instellingen werken hier samen aan. Tevens is het mooi dat wij hier ook de samenwerking tussen tweedegraads, pabo, kunstvakdocentenopleidingen en alo op hebben gepakt. Dat levert mooie dingen op. De samenwerking in de regionale allianties versterkt de regionale binding, het samen opleiden en de regionale aanpak van de uitdagingen als het lerarentekort en vraagstukken met betrekking tot onderwijsinnovatie. Een winst kan hierin ook zitten in sectoroverstijgende samenwerking: een meerwaarde ten opzichte van de huidige samenwerkingsverbanden Samen Opleiden & Professionaliseren in een regio.’
‘De governance in de sector educatie kan simpeler.’
Hoe kunnen de tweedegraadslerarenopleidingen zich krachtiger positioneren in de governancestructuur?
Willem: ‘Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weet ADEF al goed te vinden. ADEF speelt samen met LOBO dé grote rol in het dossier lerarentekort en beide hebben een enorme massa aan studenten in tegenstelling tot de universitaire lerarenopleidingen. Ook speelt ADEF de dominante rol in Samen Opleiden & Professionaliseren, en in het werken met leeruitkomsten om te komen tot flexibilisering van de lerarenopleidingen. Om dit te verzilveren mogen we als tweedegraads soms wat meer van ons laten horen en van ons afbijten. Zo een commissie Zevenbergen rondom de onderwijsbevoegdheden waarin niemand van ADEF zitting had, dat moeten we niet meer accepteren. Wellicht kan de governance in de sector educatie simpeler. Er is nu een Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen, een Sectoraal Adviescollege Hoger Pedagogisch Onderwijs en een Stuurgroep Lerarenopleidingen.’
Sabine: ‘Tevens is het goed dat de voorzitters ADEF en LOBO als linking-pins in de Stuurgroep Lerarenopleidingen zitten. Daarmee is er een formele plek in de governancestructuur. Het zou goed zijn met elkaar te herijken hoe de governancestructuur in de toekomst uit kan zien: wie heeft welke rol en wat kan en mag je van elkaar verwachten?’
Na de zomer beginnen jullie allebei met een nieuwe uitdaging. Wat gaan jullie doen?
Willem: ‘Ik ga als zelfstandig adviseur en interimmer verder, in elk geval voorlopig. Ik kijk naar wat er mijn pad komt, maar hoop betrokken te blijven bij het onderwijs en het opleiden en professionaliseren van leraren. Ook samen opleiden heeft mijn hart, evenals de vorming van educatieve regio’s.’
Sabine: ‘Ik blijf in het hoger onderwijs als projectleider onderwijsinnovatie, maar wel in een hele andere sector: gezondheid en vitaliteit en dan met name de opleiding hbo-Verpleegkunde. Ik denk dat er veel overlap zit tussen beide sectoren en er veel van en met elkaar geleerd kan worden, hoop in die zin dus nog een en ander te verbinden.’
Wat willen jullie het netwerk als aanbeveling meegeven voor de toekomst?
Willem: ‘Een veel simpeler governance en ADEF-leden in alle belangrijke landelijke commissies. En vooral de politiek laten weten dat we het als lerarenopleidingen uitstekend doen. Weg met dat wantrouwen. We mogen trots zijn op wat we hebben bereikt!’
Sabine: ‘Daar sluit ik mij helemaal bij aan. Verder zou ik mee willen geven pro-actiever naar buiten te treden en kenbaar te maken met welke mooie ontwikkelingen we bezig zijn. Dus niet reactief als er kritiek komt bijvoorbeeld, maar laat daarvoor al zien hoe we werken aan flexibilisering, maatwerk, kwaliteitsborging, etc. Werk vanuit trots en laat zien dat we in control zijn en gaan voor kwaliteit!’