Lid regieorgaan Alessandra Corda: ‘Wij coördineren de activiteiten van landelijke vakoverleggen gericht op de borging van de kwaliteit van het curriculum.’

Alessandra Corda neemt sinds 2021 deel aan het Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen als clustervoorzitter talen. Hoe is ze als Italiaanse in het Nederlandse onderwijs terechtgekomen? Wat is haar rol in het regieorgaan? En wat maakt haar trots op de landelijke vakoverleggen talen? Wij vragen het haar.

 

Wat is je achtergrond?

‘Talen vormen de rode draad in mijn leven en in mijn loopbaan. Ik kom oorspronkelijk uit Italië; daar heb ik klassieke talen en taalkunde gestudeerd in Turijn. In 1988 heb ik aan de Universiteit van Amsterdam een jaar onderzoek gedaan naar Oudgrieks. Daarna ben ik gaan werken voor een project van de Universiteit van Amsterdam: de ontwikkeling van een database van de Italiaanse taal die als basis moest dienen voor een tweetalig woordenboek Italiaans-Nederlands. Dit is uiteindelijk in 1997 door Van Dale uitgegeven.’

Hoe is je interesse gewekt voor de didactiek van de moderne talen?

‘Ik heb als volwassene Nederlands geleerd en omdat ik van literatuur houd, ben ik ook een tijdje actief geweest als literair vertaler Nederlands-Italiaans. Omdat ik gevraagd werd om Italiaanse les te geven aan de universiteit en aan volwassenen, onder andere bij een tolk-vertaleropleiding, ben ik me langzamerhand gaan verdiepen in de didactiek van de moderne talen.’

Waar lagen je interesses nog meer?

‘Tegelijkertijd raakte ik geïnteresseerd in de mogelijkheden van ict voor het talenonderwijs. Toen ik studeerde, in de jaren tachtig, waren de computertoepassingen voor de alfa-vakken in opkomst en daardoor heb ik volop kunnen meedoen aan de pioniersfase. Ik heb jarenlang voor de Letterenfaculteit in Leiden gewerkt, als coördinator voor ict in het onderwijs. Daarnaast werkte ik als projectleider van de lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam voor Europese projecten rond talen en ict. In 2007 ben ik fulltime gaan werken als projectleider voor het ICLON, de lerarenopleiding van de Universiteit Leiden.’

Hoe ben je terechtgekomen in het hbo?

‘In 2013 heb ik de overstap gemaakt naar het hbo en sindsdien werk ik als opleidingsmanager voor de tweedegraadslerarenopleidingen talen (Engels, Duits, Frans en Nederlands) aan de Hogeschool van Amsterdam. Ik heb nog steeds een band met het ICLON als projectleider van het Expertisecentrum moderne vreemde talen, nu een project van de Hogeschool van Amsterdam en ICLON. Met twee collega’s organiseer ik voor het netwerk workshops gericht op uitwisselen van kennis uit onderzoek en praktijk. We organiseren ook samen met de vakvereniging Levende Talen een jaarlijkse prijs voor het beste vakdidactische eindonderzoek.

‘Belangrijke agendapunten van het regieorgaan zijn de landelijke kwaliteitsborgingsinstrumenten peerreview, kennisbases en kennistoetsen.’

Hoelang maak je al onderdeel uit van het regieorgaan en wat is jullie rol?

‘Sinds september 2021 zit ik in ADEF namens de Hogeschool van Amsterdam en maak ik deel uit van het regieorgaan als clustervoorzitter talen. Het regieorgaan coördineert met ondersteuning van 10voordeleraar de activiteiten van de verschillende landelijke vakoverleggen gericht op de borging van de kwaliteit van het curriculum. Zoals ik het tot nu toe heb ervaren, is deze coördinatie een nuttige aanvulling naast de afstemming die in ADEF, het overleg van alle directeuren van tweedegraadslerarenopleidingen, plaatsvindt. De agenda van ADEF is heel breed en het regieorgaan bereidt de punten rond kwaliteitsborging voor. Naast de peerreviews zijn de herijking van de kennisbasis, de toekomstige positie van de landelijke kennistoetsen en de relatie tussen leeruitkomsten en kennisbasis belangrijke agendapunten voor het regieorgaan.

Wat leeft er bij de landelijke vakoverleggen talen?

‘Ik ben begonnen met een kennismakingsronde met de voorzitters van de landelijke vakoverleggen. Iedereen erkent de meerwaarde van de peerreview. Enkele kanttekeningen worden gezet bij de huidige structuur van de landelijke kennistoets voor de vreemde talen, die ervaren wordt als een dubbele toets: een toets bestaande uit digitale vragen rond grammatica, cultuur en literatuur plus een internationale taaltoets die leidt tot een internationaal erkend certificaat.’

‘De landelijke vakoverleggen stellen zich steeds meer op als eigenaar in het proces van kwaliteitsborging.’

Welke ontwikkelingsmogelijkheden zie je voor peerreview?

‘In de peerreviews willen veel opleidingen ook de vakdidactische eindwerken betrekken, niet alleen de domeinen van de vakspecifieke kennisbasis. Dat lijkt me een belangrijke ontwikkeling, die ook ingezet kan worden in de accreditaties als externe check. Het laat ook zien hoe de landelijke vakoverleggen zich steeds meer als eigenaar opstellen in het proces van kwaliteitsborging.’

Welke ontwikkelingen zie je bij de landelijke vakoverleggen?

‘Ook een signaal van toegenomen eigenaarschap van de landelijke vakoverleggen talen is de roep om meer onderlinge afstemming in het nog te starten proces van de herijking van de kennisbasis. Het gaat hierbij zowel om het identificeren van elementen in de huidige kennisbasisteksten die geharmoniseerd kunnen worden – taalgebruik en/of begrippen – als om het formuleren van nieuwe elementen. Naast deze horizontale afstemming is er ook behoefte aan verticale afstemming met de kennisbasis van de master. De landelijke vakoverleggen talen signaleren verder hoe belangrijk het is, in het kader van ontwikkelen van leeruitkomsten, dat juist de overeenkomsten in de verschillende kennisbases benadrukt worden en dat men de komende jaren veel meer in afstemming samenwerkt. Als clustervoorzitter ondersteun ik deze wens graag, die een inhoudelijke en onderzoeksmatige basis heeft en die aansluit bij de ontwikkelingen in het curriculum van de talen in het voortgezet onderwijs.’

‘Als clustervoorzitter ondersteun ik alle talencollega’s om te blijven werken aan inhoudelijke ontwikkeling en kwaliteitsverbetering.’

Welke onderwijsontwikkelingen signaleer jij specifiek voor de lerarenopleidingen?

‘Er komen interessante jaren voor de talen wat dit betreft: het landelijk expertisecentrum voor het curriculum (SLO) coördineert de komende twee jaar de herziening van de eindexamenprogramma’s van alle talen. Er wordt onder andere gesproken over formalisatie van de status van het Europees Referentiekader voor de Talen (ERK) in het voortgezet onderwijs. Op dit punt zijn de tweedegraadslerarenopleidingen moderne vreemde talen koplopers: de internationale taaltoetsen zijn al jaren een vast onderdeel van het curriculum. En de can-do statements van het ERK zijn een mooi voorbeeld van leeruitkomsten. Ook zijn thema’s zoals meertaligheid en burgerschap, ontwikkeling van kritisch denken, didactiek van leesvaardigheid, onderzoek en uitwisseling in de talenlerarenopleidingen nu al onderwerp van discussie. Ik vind het een belangrijke ontwikkeling dat, net als bij Curriculum.nu, de vreemde talen en Nederlands ook steeds meer op zoek gaan naar een gemeenschappelijke basis.’

Wat maakt jou trots?

‘Ik ben heel blij met de deskundigheid en betrokkenheid van de leden van de landelijke vakoverleggen talen en de bereidheid tot uitwisseling en samenwerking. We hebben een zeer solide basis om te blijven werken aan inhoudelijke ontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Als clustervoorzitter ga ik me graag inzetten om alle talencollega’s de komende jaren hierin te ondersteunen.’

Regieorgaan

Het Regieorgaan Horizontale Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen is verantwoordelijk voor de implementatie van de Veranderagenda Duurzame Kwaliteitsborging Tweedegraadslerarenopleidingen. Specifiek draagt het regieorgaan zorg voor de voortgang van peerreview en dat aan de voorwaarden van subsidiëring tegemoet wordt gekomen. Het regieorgaan zorgt voor de informatievoorziening richting de Stuurgroep Lerarenopleidingen en het landelijk directeurenoverleg van de tweedegraadslerarenopleiding (ADEF).

Clustervoorzitters

Binnen het regieorgaan zijn naast de voorzitter, vijf clustervoorzitters (clusters: alfa, beroepsgericht, exact, gamma en generiek) aangewezen. Samen vertegenwoordigen de clusters ongeveer 25 landelijke vakoverleggen. De clustervoorzitters fungeren als het eerste aanspreekpunt voor de voorzitter van de peerreviewgroep bij vragen rondom de voorbereiding, uitwerking, uitvoer en nazorg van peerreview. Daarnaast zien de clustervoorzitters samen met het programmabureau 10voordeleraar erop toe dat de processtappen bij de peerreview van de opleidingen van hun cluster goed verlopen en dat elk landelijk vakoverleg conform afspraak te werk gaat.

Peerreview

Peerreview binnen 10voordeleraar vindt plaats door instellingsoverstijgend het professionele ‘kritische’ gesprek te voeren rondom een of meerdere domeinen van de kennisbasis. Elke instelling deelt met de andere instellingen hoe zij dit domein in het onderwijsprogramma heeft opgenomen, hoe zij dit domein toetst en welke specifieke vragen of aandachtspunten men daarbij heeft om het gevraagde eindniveau van de afgestudeerde student te borgen. De landelijke vakoverleggen organiseren twee keer per jaar een peerreviewbijeenkomst. Documenten worden met elkaar gedeeld via besloten groepen op het extranet. De resultaten van peerreview dienen uiteindelijk te leiden tot horizontale kwaliteitsborging van de opleiding.

Prioriteiten

Om de doelen van de veranderagenda te realiseren zijn voor de landelijke vakoverleggen voor de komende jaren de volgende prioriteiten opgesteld: Onderhoud en herijking kennisbases, Implementatie kennisbases, Doorontwikkeling peerreviewsystematiek en Ontwikkeling borgingssysteem voor eindniveau student.

ProgrammaJosé Snijder